-
1 verwensing
♦voorbeelden: -
2 verwensing
-
3 verwensing
сущ.общ. проклятие -
4 verwensing
n. curse, execration, malediction, imprecation -
5 een verwensing uiten
een verwensing uiten -
6 een verwensing uiten
een verwensing uitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verwensing uiten
-
7 проклятие
vervloeking, verwensing -
8 проклятие
-
9 brickbat
n. baksteen; afkeuring, schimpscheut, hatelijkheidbrickbat -
10 curse
n. vloek--------v. vloeken, vervloekencurse1[ kə:s]1 vloek(woord) ⇒ vervloeking, verwensing3 bezoeking ⇒ ramp, plaag♦voorbeelden:the project is under a curse • er rust een vloek/geen zegen op de onderneming————————curse21 (uit)vloeken ⇒ vloeken (op/tegen), (uit)schelden♦voorbeelden:1 curse at someone/something • vloeken tegen iemand/ietsII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vervloeken ⇒ verwensen, een vloek uitspreken over♦voorbeelden:1 curse it/you! • verdorie! -
11 expletive
-
12 imprecation
-
13 malediction
-
14 maledictive
adj. van vloek, van verwensing -
15 maledictory
adj. Van vervloeking, van verwensing -
16 malison
n. vervloeking, verwensing, vloek -
17 malédiction
-
18 anathème
-
19 imprécation
-
20 проклятие
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Milch — Er hat nicht viel in die Milch zu brocken (auch gekürzt: ›Er hat nicht viel zuzubrocken‹): er lebt bescheiden, kann keine ›großen Sprünge machen‹ (⇨ Sprung). Das Gegenteil heißt niederdeutsch ›He hett wat in der Melk to krömen‹ (krümeln); ›he… … Das Wörterbuch der Idiome